Definities van Etymologicum 1573 in de Ensie H
- hot-gack
- Hotte
- hotten
- hottener
- hou-boots-man
- Hou. j. hof
- houd-achtigh
- houd-kind
- houd-seligh, hold-seligh
- houd-vast
- houd-vast, tayaerd
- Houd, hold, huid
- houde
- Houde haude, pelle
- houde. j. houwe
- Houden
- houden de vier-schaere
- houden ende ont-haelen jemanden
- houden ende voldoen
- houden herberghe, backerije
- houden schole. j. op-houden
- houden sijn be-loften
- houden staende
- houden van weerden
- houden veur ghe-daen
- houden veur vijand
- houden veur vriend-schap, vijand-schap
- houden, aen houden met iemanden
- houden, op-houden een kind
- houden. j. houwen
- houder
- houder, visch-houder
- Houe. j. hof
- Houel, heuuel
- Houel, hoeuel
- houelachtigh
- houelen, heuuelen
- Houelinck
- houelinghen
- Houelken
- Houen
- houen ende huysen jemanden
- houen, houéren, hof houden
- houenier
- houenieren
- houenierster
- houéren
- houesch ende schoon
- Hout
- hout haelen
- hout merckt
- hout wercker
- hout-achtigh
- hout-beytel
- hout-breker
- hout-draed, hout-iaeren
- hout-draeyer. j. drayeler
- hout-duyue, hol-duyue
- hout-haeler
- hout-huys
- hout-iaeren. j. hout-draed
- hout-kraeye
- hout-laeghe. j. hout-mijte. hout-maeye
- hout-mijte
- hout-sagen
- hout-sagher
- hout-sneppe
- hout-stal
- hout-vorster. j. bosch-hoeder
- hout-werck
- hout-worm
- houten aensicht. j. berderen
- houten brugge
- houten mensch
- houten naeghel. j. spie
- houten schoenen, holt-blocken
- houten, van hout
- Houtten
- houttende
- Houw
- houw baere maeght
- houw bijle
- houw-baer
- houw-bancke
- houw-bosch
- houw-mes
- houw-sieck
- houw-spaenderen
- houw. j. hou
- Houwaerd. j. Holwerd
- houwe
- houwe in d’ooghe
- Houwe, houw, hauw
- Houwe, houw, hauwe
- houwe, houweel
- houwe, wonde
- Houwe. j. houde
- houweel
- houwelick-maecker
- houwelick, houdelick, houlick