Transplantatie is het overbrengen van weefsel naar een andere plaats. De overbrenging van weefsel van het dier op de mens (heterotransplantatie) is niet mogelijk; het overgeplante weefsel, het transplantaat, sterft na korte of lange tijd.
De overplanting van de geslachtsklieren van de aap op de mens heeft slechts enige uitwerking gedurende de tijd, dat het te gronde gaande transplantaat geresorbeerd wordt. De overplanting van mens op mens (homoiotransplantatie) schijnt iets meer kans op succes te hebben als een onderdeel der z.g. organotherapie, waarbij men de onvoldoende werking van sommige klieren met inwendige afscheiding (schildklier, bijschildkliertjes) tracht te verbeteren door inspuiting van het hormoon of door inplanting van stukjes dezer organen, die bij een ander bij operatie moesten worden weggenomen en door weefselkweek in leven zijn gehouden.
De toekomst zal leren, of deze belangwekkende pogingen, waarvan reeds enkele resultaten bekend zijn, duurzame uitkomsten zullen opleveren. De enige homoiotransplantatie, die een ruime toepassing vindt, is de bloedtransfusie.In de heelkunde wordt veel gebruik gemaakt van het overbrengen van weefsel van de ene plaats in het lichaam naar de andere (autotransplantatie). Blijft het transplantaat tijdelijk of blijvend verbonden aan zijn basis met de plaats, waar het vandaan komt, dan spreekt men van een gesteelde transplantatie. Heeft het alle samenhang met zijn oorspronkelijke omgeving verloren, dan is dat een vrije transplantatie. Vooral de overbrenging van huid voor het bedekken van grote wondoppervlakten vindt in de ongevalsheelkunde een ruim arbeidsveld . De vrije transplantatie van fascielappen, die uit de buitenkant van de dij worden genomen, b.v. ter versterking van de slappe buikwand bij de operatie van een grote buikbreuk, kan van groot nut zijn. Gesteelde overplantingen van spieren worden in de orthopaedie gebruikt voor het herstel van de werking van verlamde spieren. Vrij getransplanteerde stukjes spierweefsel hebben een bloedstelpende werking bij bloedingen, die op andere wijze niet te beheersen zijn.
Vooral in de neurochirurgie wordt hier veel gebruik van gemaakt. Vrij getransplanteerd bot met beenvlies kan als stut dienen bij de operatieve behandeling van niet genezen beenbreuken, bij de verstijving van gewrichten of tot ondersteuning van de wervelkolom. De door verminking ontstane misvormingen (b.v. een in de oorlog afgeschoten neus) kunnen door overplanting van huid, vet en bot verbeterd worden.