Onder orthopaedie verstaat men dat gedeelte van de heelkunde, dat zich uitsluitend bezig houdt met de behandeling van vormveranderingen en functiestoornissen van het skelet, de gewrichten, de spieren en de gewrichtsbanden. Een sprekend voorbeeld van een vormverandering van het skelet is de bochel.
Men onderscheidt een verkromming in voor-achterwaartse (kyfose) en in zijdelingse richting (skoliose), terwijl ook beide verkrommingen tezamen kunnen voorkomen (kyfoskoliose). De heelkundige, die de orthopaedische chirurgie beoefent, streeft er naar die vormveranderingen van de wervelkolom op te heffen, die niet door een vroegere wervelbreuk of een reeds genezen werveltuberculose zijn veroorzaakt.
Ook komt hiervoor niet in aanmerking de bochel van de ouderdom die gedeeltelijk berust op een ontstane verzwakking en ontkalking van de beenbalkjes in de wervellichamen, gedeeltelijk door ontaardingsverschijnselen in de tussen de wervels liggende kraakbeenschijven veroorzaakt wordt en vaak begeleid is door de reeds genoemde arthrosis deformans, die aan de wervelkolom een versmalling van de ruimten tussen de wervels en beenwoekeringen aan de randen der wervellichamen veroorzaakt.Voor een orthopaedische behandeling komen echter wel in aanmerking die verkrommingen van de wervelkolom bij jonge mensen die of aangeboren zijn, of op groeistoornissen, ontwikkelingsstoornissen en bepaalde ziekten van het skelet berusten. Deze vormen van ruggegraatsverkromming zijn bij jonge mensen nog voor herstel vatbaar. Men tracht nu eerst de verkromming op te heffen, hetgeen b.v. kan geschieden door een ligkuur in een de wervelkolom langzaam in de goede richting ombuigend gipsbed. Als dan de bochel is verdwenen, wordt een hernieuwd inzakken van de wervelkolom voorkomen door een operatie, waarbij een beenspalk uit het scheenbeen van de patiënt als stut tegen de wervelkolom wordt bevestigd.
Andere orthopaedische aandoeningen zijn: de verkromming der lange pijpbeenderen (het X-been), de vormveranderingen en functiestoornissen van gewrichten de aangeboren ontwrichting van het heupgewricht, de door verlamming van spieren veroorzaakte bewegingsstoornissen, de door verslapping der gewrichtsbanden veroorzaakte platvoet, kortom alle mogelijke vorm- en bewegingsstoornissen. De orthopaedie heeft dus een groot arbeidsveld; er zijn vele aangeboren of op latere leeftijd ontstane aandoeningen, die tot vormveranderingen van het skelet en de gewrichten of tot bewegingsstoornissen aanleiding geven. Orthopaedische aandoeningen vereisen een langdurige, moeizame en toegewijde behandeling, die gedeeltelijk gebruik maakt van operatieve maatregelen, gedeeltelijk haar doel tracht te bereiken door bewegingsoefeningen, gipsverbanden en min of meer ingewikkelde apparaten, waarvan de bekende steunzool voor een platvoet wel het eenvoudigste is.
Verdere voorbeelden van orthopaedische operaties zijn het doorbeitelen en rechtzetten van verkromde pijpbeenderen of het verplanten van gezonde spieren naar plaatsen, waar zij het werk van verlamde spieren kunnen overnemen. Bij een verslapt en onbruikbaar gewricht kan men wel proberen de voor het gebruik beste stand te handhaven met behulp van apparaten; deze zijn echter hinderlijk en aan slijtage onderhevig. Doeltreffender is dan om door een operatie het gewricht in de juiste stand te verstijven. Wanneer door een of andere ziekte het ene been korter is geworden dan het andere, dan is die verkorting wel op te heffen door het dragen van een houten verhoging onder de schoen, maar dat is lelijk, lastig en vermoeiend. Mooier is de moderne orthopaedische operatie door het dijbeen van het gezonde been zo ver in te korten, totdat de beide benen precies even lang zijn.