Ensie 1949

Redacie Cornelis Jakob van der Klaauw, Herman Johannes Lam, George Lignac (1947)

Gepubliceerd op 10-07-2019

De neurochirurgie

betekenis & definitie

De neurochirurgie omvat de heelkunde van de hersenen, het ruggemerg en de spinale zenuwen. Operaties aan de hersenen en het ruggemerg vormen een geheel apart onderdeel der heelkunde, dat is toevertrouwd aan de neurochirurg, die de neurologie beheerst en zich de bijzondere onderzoekingsmethoden en techniek dezer operaties heeft eigengemaakt. Het herkennen van de voor een heelkundige behandeling in aanmerking komende ziekten geschiedt op grond van de verschijnselen, het onderzoek van de hersen-ruggemergvloeistof en het röntgenologisch onderzoek, dat een machtig hulpmiddel is voor het vaststellen van de plaats der ziekelijke afwijkingen.

Daartoe maakt de neurochirurg gebruik van de arteriografie (het röntgenologische onderzoek van de bloedvaten in de schedel, die zichtbaar gemaakt worden door inspuiting van een contraststof in de halsslagader) en van het röntgenonderzoek der hersenkamers, nadat deze door een bepaalde operatie met lucht zijn gevuld. Veranderingen in de vorm en de grootte der hersenkamers geven aanwijzingen voor de plaats der ziekelijke afwijkingen.

Voor de plaatsbepaling van een ruggemergsgezwel wordt een kleine hoeveelheid contraststof in de ruimte rondom het ruggemerg gebracht; op de plaats, waar het gezwel deze ruimte dichtdrukt, blijft de schaduwgevende stof hangen.De meest bekende neurochirurgische operaties zijn de operaties voor gezwellen en ontstekingsprocessen in de hersenen of het ruggemerg, het waterhoofd, de trigeminusneuralgie (aanvallen van pijn in het gezicht in het gebied, dat door de 5de hersenzenuw verzorgd wordt) en de door een uitpuiling van de tussenwervelschijf veroorzaakte drukverschijnselen van het ruggemerg.

De chirurgische behandeling van de spinale zenuwen, t.w. de gezwellen en de ongevalsletsels, zoals b.v. de hechting van een doorgesneden zenuw en het bevrijden van een zenuw uit knellend littekenweefsel, behoort tot het werk van de algemene heelkunde.

W. F. SUERMONDT
W. E. Dandy, Surgeryofthe Brain, in Practiceof Surgery, Deel XII.

Carl Franz, Lehrbuch der Kriegschirurgie, 2de dr. 1936.

G. E. Gask and J. Paterson Ross, The Surgery of the Sympathetic Nervous System, 2de dr. 1937.
T. Holmes Sellors, Surgery of the Thorax, 1933.
M. Kirschner und O. Nordmann, Die Chirurgie, 7 dln, 2de dr. 1940.
J. A. Korteweg, Algemeene heelkunde, 5de dr. 1921; Ongevallengeneeskunde, 6de dr. 1932.
E. Lexer, Die gesamte Wiederherstellungschirurgie, 2de dr. 1931.
O. W. Monod, Traitement chirurgical des cavernes tuberculeuses du poumon, 1936.
L. Ombrédanne et P. Mathieu, Traité de chirurgie orthopédique, 5 dln, 1937.
W. H. C. Romanis and Philip H. Mitchiner, The Science and Practice of Surgery, 7de dr. 1941.
W. Wayne Babcock,/! Textbook of Surgery,2dedr. 1935.
J. A. Weytlandt en G. Royer, Urologie, 1943.

< >