I. 1. overleer; voorstuk; lap(werk); 2. geïmproviseerd accompagnement;
II. nieuwe voorschenen zetten aan; (op)lappen (ook: vamp up); vamp up, opknappen; in elkaar flansen, verzinnen;
III. improviserend accompagneren.
IV. geraffineerde (vrouw);
V. 't hoofd op hol brengen, inpalmen;
VI. de geraffineerde (vrouw) spelen.