dit, deze, dat, die; this country, ook: ons land; this day, heden, vandaag; this day week, vandaag over (of: vóór) een week; (in) these days, in onze dagen; this evening, ook: vanavond; this (gewoonlijk these) three weeks, de laatste drie weken; this much, zoveel; all this dit alles; who’s this coming?, wie komt daar aan?; he went to this and that doctor, hij liep van de ene dokter naar de andere; put this and that together, het ene met het andere in verband brengen; before this, voor dezen, al eerder; he ought to be ready by this, hij moest (moet) nu toch wel klaar zijn; hold it like this, zó; to this day, tot op heden.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk