I. kerfstok; kerf, keep; rits; aantal, tal [van vijf]; getal, tel; rekening; tegendeel; andere helft; etiket, bordje; take tallyof, tellen;
II. inkepen, aankerven, aanstrepen, aanschrijven; natellen, controleren (ook: tallyoff);
III. kloppen, overeenstemmen; tally with, passen bij; overeenkomen met, kloppen met.