I. 1. zweet; (uit)zweting; 2. koeliewerk; in (all of) a sweat, door en door bezweet, zwetend;
II. 1. zweten, zitten zweten; fig zwoegen; 2. werken (onder het sweating-system);
III. doen zweten; (uit)zweten; fig uitzuigen [werklieden]; sweated labour, arbeid(ers) onder het sweating-system.