I. tweede, ander; second Chamber, 1. Tweede Kamer [buiten Engeland]; 2.
Hogerhuis [in Engeland]; second cousin, achterneef, -nicht; a (for the) second time, een tweede maal, nog eens; de tweede keer; the second two, het tweede paar = het derde en vierde; be second to none, voor niemand onderdoen;II. in de tweede plaats;
III. 1. tweede, nummer twee; tweede prijs(winner); 2. tweede stem; 3. tweede soort; 4. secondant; getuige, helper; 5. seconde; second of exchange, secunda [wissel];
IV. bijstaan, helpen, ondersteunen; steunen [motie]; seconderen; second words with deeds, daden laten volgen op woorden;
V. a la suite plaatsen, detacheren.