Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

reason

betekenis & definitie

I. rede, redelijkheid, verstand; recht, billijkheid; reden, oorzaak, grond; as reason was, wat dan ook billijk was; there's some reason in that, dat laat zich horen; hear reason, naar rede luisteren; he shall ... or I will know the reason why, of hij krijgt met mij te doen; lose one’s reason, het verstand verliezen; see reason to..., reden hebben om...; talk reason, verstandig spreken; by reason of, op grond van, ten gevolge van, vanwege, wegens; for some reason (or other), om de een of andere reden; he will do anything in reason, alles wat men billijkerwijs verlangen kan; in reason or out of reason, of een verzoek redelijk was of niet; listen to reason, naar rede luisteren; it stands to reason, het spreekt vanzelf; with reason, met recht, terecht; without reason, zonder reden;

II. redeneren (over about, of, upon);

III. beredeneren, redeneren over; bespreken; reason away, wegredeneren; reason down, door redenering overwinnen; reason one into ...ing, overreden of overhalen om ...; reason it out, beredeneren; reason out the consequences, de gevolgen bedenken; reason him out of his fears, hem zijn angst uit 't hoofd praten.

< >