Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

radio

betekenis & definitie

I. 1. radio; 2. radiotelegram; on the radio, voor de radio (optredend, sprekend, uitzendend of uitgezonden), voor de microfoon, in de aether; over the radio, door (over, via) de radio, door de aether;

II. radiotelegraphisch seinen, uitzenden, overbrengen.

< >