I. 1. pond [16 ounces avoirdupois = ± 453,6 gram; 12 ounces troy = ± 373 gram]; 2. pond sterling; pay a shilling in the pound, 5% uitkeren [van gefailleerde].
II. 1. schuthok; 2. schutten, in het schuthok sluiten (ook: pound up);
III. 1. (fijn)stampen [suiker]; aanstampen [aarde]; beuken, slaan, schieten, timmeren op; 2. stampen; beuken; schieten; pound along, voortploeteren; pound (away) at, pound on, 1. er op los timmeren, beuken, schieten; 2. zitten zwoegen aan.