I. jam || opeenhoping, opstopping, verwarde klomp, gedrang; klemming; storing.
II. 1. (samen)drukken, -pakken, -duwen [tussen], vastzetten; klemmen, knellen; versperren; storen; jam on the brakes, hard remmen; 2. klemmen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: