Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 28-02-2022

engage

betekenis & definitie

I. verbinden, engageren, aannemen, in dienst nemen, aanmonsteren, huren; bespreken in beslag nemen, bezetten; wikkelen [in strijd]; aanvallen, de strijd aanbinden met; grijpen in; inschakelen; be engaged.

1. bezig zijn (aan in, on), bezet zijn;
2. zijn woord gegeven hebben;
3. geëngageerd zijn (met to); number engaged, in gesprek;

II. grijpen (in with), in elkaar grijpen; engage in, zich mengen in, zich begeven in, zich inlaten met; zich bezighouden met; engage to, zich verbinden te..., op zich nemen te...

< >