Familie: Chionididae IJshoenders (Chionis)
Familie: Thinocoridae Kwartelsnippen (Attagis)
Familie: Glareolidae Onderfamilies: Cursoriinae Renvogels (Cursorius, Poltohyas, Pluvianus, Rhinoptilus), Glareolinae Vorkstaartplevieren (Glareola)
De ijshoenders vormen de enige familie waarvan alle soorten (twee) in het antarctische gebied broeden. Ze hebben een dikke onderhuidse vetlaag die hen tegen de koude beschermt. Hierdoor lijken ze in vergelijking met hun verwanten dik en plomp. Ze leven van kleine zeedieren, maar eten ook veel aas, zeewier en vogeleieren. In uiterlijk doen ze wel wat aan duiven denken. Ze hebben een karakteristieke uitwas op de bovensnavel.
De kwartelsnippen vormen een kleine groep kwartelachtige steltlopers, die ook in hun manier van voedsel zoeken meer aan hoenders dan aan steltlopers doen denken. Ze leven in het hooggebergte van zuidelijk Zuid-Amerika. Twee andere groepen, die uiterlijk weinig gemeen hebben maar daarentegen sterk overeenkomen in lichaamsbouw, worden in één familie ondergebracht: de renvogels en de vorkstaartplevieren. Renvogels leven meestal in droge tot zeer droge gebieden, met uitzondering van de krokodillewachter, die in een nauwe associatie samenleeft met krokodillen. Hij zoekt op hun ruggen en in hun bek naar parasieten. Ze kunnen snel draven en zijn vrij slechte vliegers.
Bij de vorkstaartplevieren is dit andersom. Zij hebben heel korte pootjes en lange spitse vleugels. Ze broeden in kolonies en vertonen zich ook daarbuiten vaak in groepsverband.
