Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

KNOL-, WORTEL- EN BOLGEWASSEN

betekenis & definitie

Hiertoe behoren aardappelen, suiker- en voederbieten, koolrapen, wortelen en uien. De eerste nemen in Frl. de grootste plaats in.

Van 1948-56 werd gemiddeld 51 pct. (Ned. 31 pct.) van de akkerbouwgewassen door de K.W.B. ingenomen (aardappelen 31 pct. (Nederland 17 pct.); suikerbieten 6 pct. (Nederland 7 pct.) en voederbieten 12,5 pct. (Nederland 6 pct.). De opp. koolrapen bedroeg in 1956 180 ha, terwijl 5 ha wortelen voorkwamen.

Uien worden hier en daar aangetroffen. zie Berlikum.

< >