Het onthaal dat een boer gaf aan de ambachtslieden als de schilder-glazenmaker in zijn nieuwe huis de vensters had aangebracht. Er werden dan speciale vensterbierruiten geplaatst, waarop vaak de naam van de boer en boerin en soms ook een rijmtekst of spreuk was geschilderd.
Een voorbeeld van zo’n rijm (uit Scheemda, van de hand van Jan Juchter, verver) is:Ik heb met mijn hand / geschilderd deze ruiten, / Het huis van glas voorzien / Van binnen en van buiten, / Aan alles fleur En ook de kleur gegeven, / Ik hoop, dat zij er / In gezondheid mogen leven.
Lit.: Ter Laan, Volksleven II, 172.