Al in het Laat-Neolithicum (2900-2000 v.Chr.) werden wegen of voetpaden van hout in het veen aangelegd. Ze dienden om het veengebied te ontsluiten of verkeer met geïsoleerde gebieden mogelijk te maken.
In Groningen zijn zulke veenwegen in Westerwolde aangetroffen. De bekendste en oudste is de zogeheten Valtherbrug die waarschijnlijk een verbinding vormde tussen de Hondsrug bij Valthe en Westerwolde bij Ter Apel, een afstand van ca. 12 km. Deze veenweg dateert uit de periode tussen 500 en 200 v.Chr. (midden/late ijzertijd). Andere veenwegen verbonden hoogtes binnen Westerwolde of verbonden Westerwolde met de Duitse zandgebieden. Dateringen van deze veenwegen zijn veelal onbekend; alleen een voetpad nabij de Hasseberg is gedateerd in de 10de eeuw n.Chr. Een uitzonderlijke veenweg is de weg die werd aangelegd in de herfst van 1665 voor de legers van de bisschop van Münster, Bernhard van Galen, beter bekend als ‘Bommen Berend’.
Deze weg diende als aanvalsroute en mogelijke vluchtroute voor een aanval op Bourtange. De weg, die een lengte had van ca. 6 km, was gemaakt van deuren, kozijnen en ander afvalhout en liep vanuit Duitsland in noordwestelijke richting naar Jipsinghuizen.Lit.: W.A. Casparie, ‘Bog trackways in the Netherlands’, Palaeohistoria 29 (1987) 35-65.