Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Veenhuizen, geert

betekenis & definitie

(Stootshorn 1857 - Sappemeer 1930)

Aardappelteler, bracht 92 nieuwe aardappelrassen op de markt. Publiceerde ook op het terrein van aardappelveredeling. Vanaf zijn dertiende werkzaam op een boomkwekerij in Noordbroek ontving hij een botanische opleiding van de doopsgezinde predikant B. ten Bruggecate. Na zijn huwelijk met Jantje van der Wijk (1882) nam hij van zijn schoonvader de bloem- en boomkwekerij te Sappemeer over. Onder invloed van de explosieve groei van de aardappelmeelindustie in Sappemeer maakte hij de overstap naar de aardappelteelt. Bij zijn pogingen grotere en zetmeelrijkere aardappelen te verbouwen kwam zijn kennis van de bloemkwekerij van pas.

In veertig jaar tijd ontwikkelde hij meer dan 92 soorten, waaronder zowel fabrieks(o.a. Thorbecke, Paul Krüger) als consumptieaardappelen (o.a. Rode Star en de als fabrieksaardappel geïntroduceerde Eigenheimer). Door de activiteiten van Veenhuizen nam het belang van de aardappel voor de Veenkoloniën sterk toe. Veenhuizen kreeg alom erkenning voor zijn werk: in 1892 kreeg hij o.a. de leiding over het Centraal Proefveld te Sappemeer (beschikbaar gesteld door J.E. Scholten).

Met succes deed hij mee aan diverse tentoonstellingen en veredelingswedstrijden. Bij zijn pensioen in 1927 ontving hij een onderscheiding als ridder in de orde van Oranje-Nassau.

Lit.: J.D. Bekius e.a. (red.), Geert Veenhuizen, 18 november 1857 - 30 januari 1930. Gedenkschrift uitgegeven ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Geert Veenhuizen, pionier der aardappelkwekers (Wageningen 1957); C. Broekema, ‘Veenhuizen’s werk’, Landbouwkundig Tijdschrift 42 (1930) 209-214; J. Kok, ‘G. Veenhuizen’, GVA 1931,198-203.

< >