Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Uiterburen

betekenis & definitie

Gron.: Uterboeren.

1. Buurt in de gemeente Menterwolde tussen Noordbroek en Zuidbroek aan de weg Uiterburen. In 1955 werd hier archeologisch onderzoek verricht, nadat bij de bouw van een schuur fundamentresten van kloostersteen werden aangetroffen. De omvang van de fundamenten doet vermoeden dat het hier de resten van een versterkte, 15de-eeuws - mogelijk omgracht - steenhuis gaat.
2. Gehucht in de gemeente Slochteren ten N.W. van Schildwolde aan de Uiterburenweg en gekruist door de Uiterburensloot met de Uiterbuurstermolensloot.

De naam is samengesteld uit uiter = buitenwaarts, en buren = woningen, woonplaats.

Lit.: H. Antonides en W. van Zeist, ‘Een laatmiddeleeuwse woontoren bij Zuidbroek’, GVA 1957,165-167.

< >