In sommige Groninger kerktorens aan de westzijde gesitueerd - bevindt zich een kapelruimte. Soms gaat het om een benedenen bovenruimte (Godlinze, Marsum), elders om een hoge benedenruimte (Oostum).
Hun liturgische functie is onduidelijk.Een bijzonder torentype komt voor in Bedum, Bierum en Doezum, waar de westtoren als een drieledig bouwdeel werd ontworpen: een middenblok met aan weerszijden een smalle zijvleugel. Deze opzet wordt wel gereduceerd westwerk genoemd, omdat ze aan de westwerken van grote kerken herinnert, maar kleinschaliger van opzet is. Op de verdieping bevindt zich een kapel.
Lit.: J.J.F.W. van Agt, ‘Gereduceerde westwerken in het oude Friesland’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 3 (1951) 57-81; W.J. Berghuis, ‘De verbinding tussen kerk en toren’, Groninger Kerken 15 (1998) 119-135.