(Veendam 1849 - Veendam 1909)
Onderwijzer in Veendam. Overtuigd Multatuliaan en socialist. Top was vurig voorstander van het openbaar onderwijs. Toen de SDAP in de ‘schoolmotie’ van 1902 haar standpunt in de schoolstrijd in gunstige zin voor het bijzonder onderwijs nuanceerde, wendde hij zich van de SDAP af. De grootste bekendheid verkreeg hij echter als geschiedschrijver van de Groninger Veenkoloniën. Naast zijn onderwijzersbaan was hij, samen met zijn plaatsgenoot en socialistische geestverwant Berend Bymholt, sinds 1878 aan de Veendammer Courant verbonden.
In 1892 schreef hij hierin een feuilleton over het verleden van de Groninger Veenkoloniën. Dit werd door de lezers zo op prijs gesteld, dat het een jaar later in boekvorm uitkwam.
Top was de eerste die erin slaagde een samenvattend beeld van het veenkoloniale verleden op schrift te stellen. Hij toonde zich een echte volksschrijver die op beeldende wijze de geschiedenis van de streek waarin hij woonde, deed herleven. Bronnenkritiek was niet zijn sterkste punt, waardoor dubieuze overleveringen een plaats kregen te midden van een meer waarheidsgetrouwe weergave van historische gebeurtenissen en ontwikkelingen. Tops benadering kenmerkte zich door een onverwoestbaar chauvinisme. Het veenkoloniale ‘voorgeslacht’ werd verheerlijkt; de stad Groningen daarentegen, was in zijn ogen de kwade genius van tal van misstanden. Opvallend was zijn sombere kijk op contemporaine ontwikkelingen tegenover zijn bewondering voor het verleden.
Vooral de tijd van de 17de-eeuwse verveningen en de daaruit voortvloeiende veenkoloniale zeevaart benaderde hij positief. Het feit dat hij zelf uit een zeemansgeslacht stamde en persoonlijk de teloorgang van de zeevaart in zijn geliefde ‘koloniën’ onderging, zal daaraan niet vreemd zijn geweest. Hij werd bij uitstek de beeldvormer van het veenkoloniale verleden. In vele latere regionaal-historische publicaties en in de film De Blinkende Spade vinden we zijn visie terug. Tops levenseinde is met geheimzinnigheid omgeven. Als verwoede wandelaar trok hij er op een mooie ochtend in mei 1909 op uit.
Hij keerde niet terug; zijn levenloze lichaam werd in een wijk aan de Langeleegte in zijn woonplaats gevonden. Op de wal, keurig opgevouwen, lagen zijn kleren.
In 1972 kwam er een herdruk van Tops Geschiedenis van de Veenkoloniën uit, die al spoedig was uitverkocht.
[Van der Veen]
Lit.: P. Hoekman en J. Houkes, ‘Top, Hindrik' in: Van Dijk en Foorthuis, Vierhonderd jaar Veenkoloniën, 217-220; H. van der Veen, ‘Een hagelbui van turf verduistert de zon. H.J. Top als verbeelder van het Veenkoloniale verleden’. Veenkoloniale Volksalmanak 10 (1998) 38-65.