(Glane 1770 - Groningen 1837)
Orgelmaker. Hij werd opgeleid bij de firma Lohman en H.H. Freytag en had vanaf 1812 een eigen bedrijf in Groningen. Zijn werkterrein lag grotendeels in de provincie Groningen, daarbuiten was hij met name actief in Zutphen (o.a. verbouwing orgel Walburgkerk, 1813-1815) en Emden (nieuwbouw orgel Neue Kirche, 1818; niet bewaard gebleven). Hij voerde een soms felle concurrentiestrijd met de firma Lohman. Zeer goed bewaard bleef zijn orgel in Middelbert (voormalige hervormde kerk, 1822).
Verder zijn nog (meer of minder gewijzigd) aanwezig: Zutphen, r.-k. St.-Janskerk (1818); Zwolle, Waalse kerk (oorspronkelijk Groningen, Dominicuskerk, 1820); Groningen, Nieuwe Kerk (1831) en Halsteren, hervormde kerk (oorspronkelijk r.-k. kerk Veenhuizen, 1836). Van het grote orgel in Veendam, hervormde kerk (1824) resteren nog slechts de kassen en de frontpijpen.
Lit.: V.Timmer, 'Een ‘Drents’ orgel in Noord-Brabant: over het laatste werk van de orgelmakers Timpe’ in: T. van Eek en V. Timmer (red.). Abraham zien en andere artikelen over het orgel (Voorburg 1985) 94-109: W.J. Cevaal, Johannes Wilhelmus Timpe (1770 -1837) Orgelmaker te Groningen (doctoraalscriptie RU Utrecht 1997).