Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Timmer, henricus

betekenis & definitie

(Westerbork 1791 - Garnwerd 1870)

Hervormd predikant in Blankenham (1820) en Garnwerd en Oostum (1821-1870). Hij keerde zich in woord en geschrift tegen de Afscheiding, onder andere in zijn uitgave Zamenspraken van Vader Reinhoofd met zijnen zoon over de oorzaken der godsdienstige dweeperij in Nederland (1834), gevolgd door Verhandeling over de zonderlinge uitwerkselen der meschelijke verbeeldingskracht in acht zamenspraken van de familie Groenhoff. Voorts verschenen van zijn hand Proeven eener theoretische en practische menschkunde (2 delen, 1830-1834), Handleiding tot de kennis van den aardbol (1841) en Handleiding tot de kennis onzer Oost-Indische bezittingen (1844). De twee laatstgenoemde werken werden uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen.

Lit.: W. Duinkerken, De gemeente Ezinge. Historie van vier dorpen (Rinsumageest 1977) 157-160.

< >