(1744-1807)
Zoon van een tingieter in Appingedam, jurist, geconstitueerd redger op verschillende plaatsen in de Ommelanden, laatstelijk in de Grote en Kleine Reedschap (Marne). Door zijn tweede huwelijk landbouwer in Niekerk. Hij was patriot, officier van een vrijcorps, als werd als zodanig veroordeeld (1788). In 1795 loodste hij de Franse troepen de Marne binnen. Hij was lid van het Departementaal Bestuur van de Eems (1800). Tebbens' nazaten waren in de 19de eeuw landbouwers in Noord-Groningen.
Lit.: IJ. Botke, Het ‘schrijfboek' van Marten Aedsges (1742-1806) Landbouwer te Zuurdijk ‘Zoo nuttig in zijne kring als landbouwer’ (Groningen 1988); K.J. Ritzema van Ikema, Ommelander geslachten. Het nageslacht van Jacob Sijbolts, landbouwer te Warffum, en Geertruid Cornelis (2de dr.; Kollum 1957).