Ruimte waarin regelmatig schrijfwerkzaamheden werden verricht, vooral in kloosters, maar ook in het raadhuis (schrijfkamer). Kloosterscriptoria zijn bekend uit Wittewierum (Menko), Feldwerd, Selwerd en Thesinge: in sommige abdijen kwamen fraaie handschriften (codices) tot stand.
Maar ook in andere kloosters werd geschreven, bijv. oorkonden. In het Fraterhuis was schrijven een hoofdtaak o.a. voor de stad, maar ook in kloosters werd in opdracht geschreven (bijv. Selwerd voor de Walfriduskerk in Bedum). Boekverluchting werd zeker toegepast in Feldwerd, Selwerd, Thesinge en Warffum. Historiografische werken kwamen tot stand in Aduard, bij de franciscanen, in Thesinge en in Wittewierum; administratieve overblijfselen zijn er uit Feldwerd, Selwerd en Ter Apel (cartularium); juridische werken zijn bewaard uit Aduard, Feldwerd en Wittewierum; theologische geschriften uit Aduard, het klooster van de augustijner heremieten in Appingedam, Feldwerd, het Olde Convent, Selwerd en Ter Apel. Slechts enkele namen van schrijvers en verluchters zijn overgeleverd; bijv.
Gese ten Broek uit Selwerd en Stine Dutmers uit Thesinge. Onze kennis van de scriptoria is sinds Gerbenzon, die als eerste op het bestaan wees, aanmerkelijk uitgebreid. In de stedelijke schrijfkamer werd de stedelijke administratie bijgehouden door de secretaris en zijn schrijvers. Hetzelfde gold voor de hoofdmannenkamer, waar de secretaris van de hoofdmannen zetelde. Ook in een kamer van een weem kan regelmatig geschreven zijn door de pastoor.Lit.: P. Gerbenzon, ‘Over enkele Friese en Groninger scriptoria’ in: Trijeresom. Ynliedingen hâlden yn de Fryske Seksje fan it Ned. Philologekongres (Groningen 1950) 51-62; J.M.M. Hermans, ‘Een verlucht handschrift uit Oost-Groningen. Het getijdenboek van zuster Alheyt van Limberghen (1491)’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 36 (1985) 153-197; idem, Middeleeuwse handschriften uit Groningse kloosters (Groningen 1988): idem, ‘Glimpses from the North: Selwerd and Thesinge, two workshops in Groningen (ca. 1470-ca. 1530)’ in: K. van der Horst en J.C.
Klamt (red.), Masters and miniatures. Proceedings of the congress on medieval manuscript illumination in the northern Netherlands (Utrecht 10-ij december 1989) (Doornspijk 1991) 347-357; idem. Handschriften van Aa tot Zenne' in: A. Raman en E. Manning (red.), Miscellanea Martin Wittek. Album de codocologie et de paléographie offert à Martin Wittek (Leuven en Parijs 1993) 213-226; A.S.
Korteweg, ‘Delftse, Noordhollandse en Groningse randjes. Een bijdrage tot een atlas van randversiering in Noordnederlandse handschriften der vijftiende eeuw’ in: P.A. Tichelaar e.a. (red.), Opstellen over de Koninklijke Bibliotheek en andere studies. Bundel samengesteld door medewerkers van dr. C. Reedijk ter gelegenheid van zijn aftreden als bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage (Hilversum 1986) 237-247; J.M.M.
Hermans, ‘Groningen en Noordoost-Nederland’ in: A.S. Korteweg (red.), Kriezels, aubergines en takkebossen. Randversiering in Noordnederlandse handschriften uit de vijftiende eeuw (Zutphen 1992) 140-153.