School voor kinderen van binnenschippers. Deze kinderen gingen door het trekkend bestaan van hun vader als binnenvaartschipper aanvankelijk vrijwel niet naar school.
Tot ver in de 20ste eeuw vormden deze kinderen een verwaarloosde groep; zelfs de leerplicht (1901) gold niet voor kinderen van ouders die geen vaste woon- of verblijfplaats hadden. Daardoor dreigden ze een achterstand ten opzichte van kinderen aan de wal op te lopen. Om aan hun trekkend bestaan tegemoet te komen werden er aan de school in de Schoolstraat in Groningen afzonderlijke schippersklassen verbonden, waarin zij werden opgevangen; in 1890 eerst één, in 1895 zelfs vier. Door deze opvang stoorde hun onregelmatig schoolbezoek de reguliere leerlingen niet. Zij konden naar school, zodra zij aan wal waren, kregen aangepast onderwijs en namen weer taken mee voor onderweg. Deze vorm van onderwijs vond ook in andere plaatsen navolging en zo ontstond een netwerk van schippersklassen en -scholen. Ze werden echter in de loop van de jaren steeds meer vervangen door internaten, zo ook in Groningen (Prinses Marijke).