Oorspronkelijk een tweemaandelijks regionaal cultureel tijdschrift. Opgericht in 1939 en bestemd voor provincies met een Friese, dan wel Nedersaksische taal en cultuur.
Met name dankzij het redactielid J.M.N. Kapteyn werd in 1941 onder diezelfde naam een stichting opgericht. Deze beoogde een cultureel centrum voor Noord-Nederland in nationaal-socialistische geest te zijn en zou tevens een tegenhanger moeten vormen van de succesvolle Nederlandse Unie. Er waren nauwe banden met de SS; na 1942 werd de stichting hierdoor zelfs rechtstreeks gefinancierd. Ook was er nauwe samenwerking met de Volksche Werkgemeenschap en de Duitse organisatie Ahnenerbe. Binnen de racistisch getinte culturele idealen paste het bevorderen van een Groot-Friesche gemeenschap.
Dit streven werd nadrukkelijk gesteund door de Beauftragte voor de provincie Groningen, H. Conring. Hij beoogde een zo groot mogelijke culturele integratie met Oost-Friesland. Hem was er veel aan gelegen om de Aussen-Deutsche Friesen voor het Germanentum te winnen. In 1941 verscheen, onder redactionele leiding van Kapteyn, het maandblad van de stichting, Het Noorder Land. De uit Stadskanaal afkomstige Johan Theunisz, voorzitter van de Volksche Werkgemeenschap, verzorgde bijdragen die inspeelden op anti-Hollandse sentimenten. Met het vertrek van Kapteyn naar Oostenrijk (1944) stierf de stichting een stille dood.Het succes van Saxo Frisia was gering. In Friesland was er openlijke weerstand en ook in de andere provincies ondervond het weinig weerklank.
Lit.: S. Broekema, ‘Enkele culturele aspecten’ in: E.A.J. Boiten e.a., Groningen in oorlogstijd (Haren 1980).