Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Sauwerd

betekenis & definitie

Gron.: Saauwerd.

Wierdedorp in de gemeente Winsum tussen de hoofdplaats in het N. en Adorp in het Z. op de splitsing van de spoorlijnen Groningen-Delfzijl en Groningen-Roodeschool; tot 1990 de hoofdplaats van de gemeente Adorp. Ten O. ervan ligt de streek Sauwerdermeeden, ten W. het Sauwerdermaar. Ten N. van de plaats stroomt de Noorder Sauwerdertocht, ten Z. de Zuider Sauwerdertocht.

In 1840 is de oude kerk (midden 13de eeuw, met gotisch koor uit 14de of 15de eeuw) met vrijstaande toren afgebroken. Ten W. hiervan stond de Onstaborg, die in de eerste helft van de 18de eeuw is gesloopt. Een nieuwe kerk verrees aan de Valgeweg tussen Sauwerd en Wetsinge. Gereformeerde kerk naar ontwerp van Kuiler en Drewes, 1898.

Naamsafleiding uit Sâthawerth = wierde van zoden.

Schimpnamen voor de inwoners: Kopschieters, Kouvreters en Kouketers.

Lit.: G.C. Bouwman, De vrijmaking in Wetsinge-Sauwerd 1945-1995 (Wetsinge-Sauwerd 1995): J.G. Bakker en J.M. Pot, Kerk en school in Sauwerd; 100 jaar christelijk onderwijs (Bedum 1989); Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen, 340-346; J.W. Boersma, ‘Het archeologisch onderzoek naar de standplaats van de Nederlands Hervormde kerk te Sauwerd’, GVA 1986, 145-156; De geschiedenis van Sauwerd en omstreken (Sauwerd 1973); Adorp, Sauwerd en Wetsinge in oude foto’s (Groningen 1973).

< >