In de Republiek vormden de regenten de regerende elite in de steden. Velen kwamen voort uit de rijke koopmansstand.
Ook in Stad en Lande ging het om een beperkt aantal families, die elkaar bij de verdeling van ambten de bal toespeelden. Ze wensten zowel de macht van de stadhouder als de macht van de gilden en de rest van de burgerij zo beperkt mogelijk te houden.Qua levensstijl was er sprake van aristocratisering. De Groninger binnenstad telt nog vele opvallende gevels waarachter burgemeesters en raden hebben geleefd. Zie ook adel en stadspatriciaat.
Lit.: J. de Jong, Een deftig bestaan. Het dagelijks leven van regenten in de 17de en 18de eeuw (Utrecht en Antwerpen 1987); Formsma, Historie.