Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Radio-tv noord

betekenis & definitie

Regionale omroeporganisatie voor de provincie Groningen. Regionale radio was er vanaf 15 mei 1945 en regionale televisie vanaf 3 april 1995.

De eerste radio-uitzending vond plaats onder auspiciën van de Omroep van het Provinciaal Militair Commissariaat (OPMC); de afkorting werd algemeen verbasterd tot ‘Opiumzee’. De mannen van het allereerste begin waren fan Posthumus en Gijs Stappershoef. Het feit dat Radio Herrijzend Nederland in Groningen moeilijk te ontvangen was, werd voor beiden reden om bij het Militair Gezag te pleiten voor een regionale zender. Posthumus haakte snel af, maar in Stappershoef kreeg Groningen zijn ware radiopionier. Vanuit het Prinsenhof werden de uitzendingen verzorgd. Er werd gebruikgemaakt van een microfoon en een versterker, ooit door NSB-propagandist Max Blokzijl in Groningen achtergelaten.

Naast Stappershoef behoorden de jeugdige juristen Henk Huizinga en Peter Buwalda, de in Groningen ondergedoken acteur Ton Lutz, de geruchtmakende literator en ‘practical joker’ Marja (pseudoniem voor A.T. Mooij) en de populaire omroepster Syb Arends tot de vroegste radiomakers. De nieuwe zender was de eerste regionale radio van Nederland. In 1946 werd het pand aan het Martinikerkhof verbouwd tot een echte studio. Met Jan Deddens kreeg de jonge radio zijn professionele technicus. In hetzelfde jaar vond een geografische verbreding plaats.

De zender ging verder als Regionale Omroep Noord (RON). Dankzij de radiodistributie was de omroep in de drie noordelijke provincies te beluisteren. Van meet af aan liet Friesland weten met deze combinatie uiterst ongelukkig te zijn. Het waren vooral studenten en musici die de uitzendingen in de beginjaren verzorgden. Toen de verzuilde omroepverenigingen begin 1947 terugkwamen en ideeën over een nationale omroep snel verdwenen, pakte dit voor de regionale zenders niet gunstig uit. Vanuit de Nederlandse Radio Unie, waarin de omroepverenigingen sterk vertegenwoordigd waren, werden de regionale zenders voortaan gecontroleerd.

In 1955 werd de ‘O’ van oost aan de RON toegevoegd. Het duurde weliswaar even, maar in 1959 werden ook Twente en de Achterhoek vanuit Groningen bediend.

Over de verdeling van de zendtijd werd veel gediscussieerd. Dit verstomde niet toen per provincie of regio een speciale dag met uitzenduren beschikbaar werd gesteld. In 1965 kwam heel Gelderland binnen het radiobereik. Het werd nog meer dringen op de ethermarkt; pas in 1968 kwamen er voor Oost-Nederland en Friesland afzonderlijke studio’s. Een driedeling hing in de lucht. In 1977 kreeg die zijn beslag toen Radio Noord (Groningen, Drenthe), Radio Friesland en Radio Oost (Overijssel en Gelderland) zelfstandig verdergingen.

De invoering van het FM-net in 1957 was een stap voorwaarts. Tot dan had vooral de ontvangst in Friesland veel te wensen overgelaten. Hoogezand en Irnsum kregen zendmasten.

Aanvankelijk waren de programma’s in belangrijke mate gericht op cultuur en informatie. Dat nam niet weg dat het vooral de humoristische programmma’s waren die de luisteraars op prijs stelden. Vanaf 1946 maakte opoe Veenstra haar radiodebuut. De beide grote gangmakers van het populaire Draaimolencabaret, Jack Venini en André Bakker, begeleid door pianist Ap van Gilpen, waren voor haar optreden verantwoordelijk. Venini gaf zijn stem aan deze vitale oudere, die onder het motto Ik loat mie nait op zied drukken de Groningers de les las.

De streektaal werd in deze jaren overigens niet beschouwd om uitsluitend grappen en grollen uit te zenden. Met name de hoorspelen dienden de volksverheffing. Vertalingen van Henry Miller, Kaj Munk en William Shakespeare en authentieke luisterspelen, zoals Willem Diemers De badde is oaf, getuigen hiervan. De RONO beschikte over een eigen hoorspelkem, waarin de ster van de vermaarde acteur Koos Kerstholt ook auditief straalde. Voor de jonge Groningers schreef Duut van Goor De Beer en de Broesderd, die door Iet du Saar en Kity Tuin-van Wijk tot leven werden gebracht. Onder regie van Jan Klompsma, Gerard F.

Beukema en Harm Jan Tuin zou het hoorspel in het Gronings zich als een opvallend element in de programmering manifesteren. Klompsma was in vrijwel elk opzicht de verpersoonlijking van het streven het Gronings naar een hoger plan te tillen. In 1951 werd de eerste kerkdienst in het Gronings uitgezonden. Aan het niveau van het schrijven in de streektaal werden eisen gesteld. Er bleef echter kritiek op een te sterk folkloreachtig karakter van de Groningstalige uitzendingen bestaan. Sinds de jaren ’70 was er geen populairder programmaonderdeel dan De Stamtoavel, waarin moppen werden verteld.

Het bracht de luistercijfers op de zaterdagmorgen naar recordhoogte; tot in de jaren ’90 bleef het bestaan. Naast de hoorspelen was er in velerlei opzicht ruimte voor de cultuur. Dat kwam tot uiting in de aandacht voor boeken, toneelvoorstellingen en optredens van Groninger musici in het klassieke genre. Vriend des huizes was bioloog Fop.I. Brouwer. Meer dan dertig jaar was hij de vertrouwde raadgever op het gebied van de flora en fauna dicht bij huis met zijn rubriek ‘Dier en plant in RONO-land’.

Een andere pijler van de regionale radio was de actualiteit. Ook de sportuitzendingen met Chris Wedema, Henk Oostinga en Henk Kok werden door velen op prijs gesteld, vooral de uitslagen op de zondag.

Qua presentatie en thematiek veranderden de programma’s. Vooral in de jaren ’70 werden nieuwe wegen ingeslagen. De geruchtmakende De Mevrouw De Jagershow was daarvan een bewijs. Recht voor de raap nam mevrouw De Jager tal van bekende en minder bekende Nederlanders onder vuur. Door haar image van ‘niet gecultiveerde plattelandse’ ontstond een humoristisch vervreemdend effect dat ver af stond van de keurige wijze waarop de regionale zender in het algemeen de dingen van de dag aanpakte. Opvallend was ook dat het publiek steeds meer in de gelegenheid werd gesteld spontaan te reageren.

Dat gold voor de reportages, maar ook voor allerlei rubrieken waarin de luisteraar, al of niet per telefoon, kon reageren. Globaal gesproken markeerden de jaren ’70 de overgang van veel aandacht voor cultuur en educatie naar amusement en actualiteit; dat alles werd mogelijk doordat de zendtijd toenam. Deze verplaatste zich van de vroege avond steeds meer naar de ochtend en middag. Vanaf 1 januari 1968 begonnen de uitzendingen om zes uur ’s avonds in plaats van om half zeven. In 1969 vond uitbreiding naar achttien uur per week plaats. Volgens velen te weinig: in 1974 werd onder het motto ‘Meer Groningen in de lucht’ geprobeerd meer zendtijd voor de RONO als geheel en dan in het bijzonder voor het Groninger programma te realiseren.

De actie leverde 5.600 handtekeningen op. Succes bleef niet uit; vanaf 1 november 1975 werd ruim 19 uur per week uitgezonden, waarvan 12,5 uur Groningse en Drentse streektaalprogramma’s. Vanaf 1976 maakte ook het ANP-nieuws onderdeel van het RONO-programma uit. De jaren van verandering waren in veel opzichten roerig.

In Groningen was men in onrustig vaarwater gekomen. In 1975 werd met Radio Fraemclap, waarin mevrouw De Jager haar show presenteerde, geëxperimenteerd. Belangrijkste inspirator was Joris Stam, chef van het algemeen programma. De gemoederen raakten nog meer verhit toen ontevreden medewerkers een Bruinboek uitbrachten. Niet alleen directeur Tonny van der Veen was de gebeten hond, maar ook tal van medewerkers die vooral verantwoordelijk waren voor de gewestelijke programma’s. De onderlinge verhoudingen waren nog danig vertroebeld toen Radio Noord in 1977 op eigen benen kwam te staan.

Een nieuwe directeur (Willem L. de Jong) werd niet geduld. Weer was Joris Stam de spil van de commotie. Hij verdween van het toneel. Als nieuwe directeur bracht Swier Broekema de gemoederen weer wat tot bedaren. Maar bij de komst van zijn opvolger Wim Ramaker in 1985 veranderde de veenbrand in een laaiend vuur. Zijn rigoureuze aanpak had tal van ontslagen tot gevolg.

Toen daar met name medewerkers aan Groningstalige programma’s de dupe van werden, herleefde de oude tweespalt weer volop. Het gedwongen vertrek van Engbert Gruben en Siemon Reker leidde tot een boycot van artiesten en andere programmamedewerkers in de streektaal. Uiteindelijk keerden Gruben en Reker terug.

De populariteit van de Groningstalige programma’s in deze jaren vol commotie werd vooral gestimuleerd door de bijdragen van de zanger Ede Staal in de programma’s van Siemon Reker. Bij een groeiende belangstelling voor regionale identiteit gaf hij op een bijzondere wijze voeding aan het ‘Groningengevoel’. Tot de absolute radiohoogtepunten moet de winter van 1979 worden gerekend. Door de enorme sneeuwval werden dorpen en boerderijen geïsoleerd en waren wegen dagenlang niet te berijden. Als nooit tevoren zorgde de radio voor de communicatie.

In 1989 werd Radio Noord pas echt de zender voor Groningen. De Drentse tak verzelfstandigde zich en ging als Radio Drenthe verder. Het aantal zenduren werd van 24 naar 44 uur per week uitgebreid. 'Noord’ kreeg steeds meer luisteraars. Met een luisterbereik van 30% werd de omroep van Groningen zelfs de best beluisterde regionale omroep van Nederland. Ook intern waren de hevigste stormen inmiddels uitgeraasd. In 1989 vertrok de omstreden directeur Wim Ramaker en werd opgevolgd door Roel Dijkhuis.

In de jaren ’90 diende de regionale televisie zich aan. Dankzij een samenwerkingsconstructie, waarin de energiedistributeur EDON een belangrijke rol speelde, kon op 3 april 1995 de eerste televisie-uitzending van TV Noord worden gerealiseerd. Al eerder was de lokale TV-zender oog (Omroeporganisatie Groningen) daarmee gestart. Haar verzorgingsgebied beperkte zich tot de stad en de nabije omgeving; met de komst van TV Noord staakte zij haar TV-uitzendingen. TV Noord had vanaf de eerste uitzending succes. Actualiteit en sport bleken gewaardeerde ingrediënten.

Minder dan op de radio werd er aandacht besteed aan de streektaal. Slechts in de weerinformatie riepen de presentatoren Derk Bosscher en Jaap Nienhuis herinneringen op aan de dagen toen het Gronings nog tot het hoofdmenu van het radioaanbod behoorde.

[Van der Veen]

Lit-: H. Boonstra, Martinikerkhof 23, 50 jaar Radio Noord, 1946-1996 (Groningen 1996).

< >