Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Plaagbeesten

betekenis & definitie

Demonische dieren die ’s nachts reizigers angst aanjagen door hen te volgen of op de rug te springen. In het laatste geval kunnen ze steeds zwaarder worden.

Meestal hebben ze de gedaante van een (zwarte of witte) hond (borries, widde wiend), een kalf (zonder kop of met hangoren) of een paard. De smakhak, smakpoot of smakvout is ook hondachtig; je hoort hem wel achter je, maar ziet hem niet. De grens tussen spookdier (spokerij) en plaagbeest is vaak moeilijk te trekken. Ook andere demonische wezens als de dromedaris (watergeesten), de duivel of de weerwolf treden wel op als plaagbeest. Plaagbeesten noemt men ook de vreemde kalveren met grote ogen en lange oren die zich ’s avonds met het overige vee in het hok laten drijven maar de volgende ochtend verdwenen zijn.Lit.: Ter Laan, Overleveringen 1, 31-35, 92-93, Volksleven II, 121-122.

< >