Gron.: Onderndaam.
Dorp in de gemeente Bedum ten N. van de hoofdplaats; knooppunt van waterwegen. Het Boterdiep, komend uit het Z. (Groningen en Bedum), maakt hier een hoek van 90° en stroomt eerst oostwaarts tot Fraamklap, vervolgens noordwaarts langs Middelstum en Kantens, ten slotte noordoostwaarts tot Uithuizen. Ten W. van het dorp stroomt het Winsumerdiep; parallel hieraan loopt de Onderdendamsterweg. Naar het N.W. stroomt het Warffumermaar, naar het N.O. het Kardingermaar. Onderdendam is een beschermd dorpsgezicht.
Belangrijk middelpunt, toen het verkeer nog vooral te water ging. Vroeger was hier een kantongerecht, dat nu is opgeheven. In 1621 kocht het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest een herberg aan, die aan de verkoper werd verpacht. In 1660 kreeg het een bovenzaal waar de scheppers konden vergaderen. In 1740 werd het pand weer verbouwd en kreeg het een fraaie zaal met onder meer een rococoschouw met een schildering van J.A. Wassenbergh (1747). Het Zijlvesterhuis was tot 2000 in gebruik bij het waterschap Noorderzijlvest.
Pas in 1828 werd Onderdendam een zelfstandige kerkelijke gemeente. De hervormde kerk verrees in 1840, waardoor de twee buurten Onderwierum en Menkeweer werden samengesmeed. De kerken in deze twee plaatsen werden afgebroken. In de kerk van Onderdendam bevindt zich een orgel van G.W. Lohman. De gereformeerde kerk is in 1932 naar ontwerp van A. Wiersema gebouwd.
De oude naam was Uldernadomme = dam van hen, die in het onland leven.
Schimpnamen voor de inwoners: Poepen, Peerdevillers, Peerdeslachters, Peerdrieders en Peerdekeutels.
Lit.: A.L. Hempenius, Onderdendam; middelpunt van Hunsingo (Onderdendam 1992); P. Jonkman, Herinnering aan Zuidwolde, Noordwolde, Onderdendam (Groningen 1989); Onderdendam, gemeente Bedum; toelichting op het besluit tot aanwijzing van Onderdendam als beschermd dorpsgezicht (Zeist 1987). Donkerkwartier zie Contracten van correspondentie.