Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Nedersaksisch instituut

betekenis & definitie

De leerstoel Nedersaksische taal- en letterkunde, in 1953 afgesplitst van de Neerlandistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, was een initiatief van de Algemene Vereniging Groningen (1946). Doelstelling was de bestudering van de Nedersaksische (Oost-Nederlandse) dialecten in het algemeen en het Gronings in het bijzonder.

De drijvende kracht was met name K. ter Laan. De voorbereiding had nogal wat voeten in de aarde, waarbij verzet van de letterenfaculteit - in casu de hoogleraar Nederlands G.A. van Es - een grote rol speelde. De eerste hoogleraar K.H. Heeroma liet het beoogde propagandistisch-regionalistische karakter grotendeels varen en maakte van het Nedersaksisch Instituut een gerespecteerde wetenschappelijke instelling, die behalve voor taal- en letterkunde ook veel aandacht kreeg voor de naam- en volkskunde en regionale (cultuur)geschiedenis van het onderzoeksgebied. Orgaan: de Driemaandelijkse Bladen (Nieuwe Reeks). De opvolgers van Heeroma waren H.

Entjes (1974) en H. Niebaum (vanaf 1984).Lit.: S.J.H. Reker, ‘Heeroma als deus ex machina. Het ontstaan van de Nedersaksische leerstoel’, Driemaandelijkse Bladen (1998); K. Heeroma en H. Entjes, 15 Jaar Nedersaksich Instituut (Groningen 1969).

< >