Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Meeden

betekenis & definitie

I. Meeden zijn van oorsprong natte kleigraslanden, die als hooiland en voor naweiding werden gebruikt.

Ze liggen landinwaarts van de oudste kwelderwallen, c.q. kustlijn. Bij de ontginning vanaf de wierden op de kwelderwallen werden de grenzen tussen de dorpsgebieden verlengd door sloten haaks op de kwelderwal de meeden in te graven. De ontsluiting geschiedde via weggetjes tussen deze sloten in. In de Verkaveling zijn deze rechte sloten en wegen nu nog herkenbaar, de percelen hebben afwisselend een blokvormig dan wel een opstrekkend karakter. Een deel van de Winsumer- en Sauwerdermeeden is als natuurbeheersgebied aangewezen vanwege de grote aantallen weidevogels.II. Gron.: Maiden.

Dorp in de gemeente Menterwolde ten N.O. van Veendam en ten O. van Muntendam, het A.G. Wildervanckkanaal en de weg N33 (Gieten-Zuidbroek); vóór 1990 hoofdplaats van de gemeente Meeden, met als overige kernen de buurtschappen Beneden Veensloot, Boven Veensloot, Bovenstreek (deels), Buitenstreek, Duurkenakker (deels) en Kibbelgaarn (deels). Ten W. van Meeden ligt Meedenerklap rond een brug over het A.G. Wildervanckkanaal.

De hervormde kerk van Meeden is in de tweede helft van de 15de eeuw gesticht, ter vervanging van een in het veengebied ten N. van het tegenwoordige Meeden gelegen kerk. De vrijstaande toren verrees omstreeks 1500. De kerk bezit een door B. Bekenkamp in 1801-1802 gemaakte preekstoel en een orgel dat A.A. Hinsz in 1751 bouwde met gebruikmaking van veel pijpwerk uit het vroegere orgel van Syborch (1643). Het orgel is omstreeks 1818 van de westzijde van de kerk naar de oostzijde verplaatst.

De toren is mede als vluchttoren gebouwd en heeft o.a. een haardplaats op de met een buitentrap toegankelijke eerste verdieping. Kerkhof met veel belangwekkende zerken. In het langgerekte dorp zijn veel rijke rentenierswoningen en belangrijke boerderijen van het Oldambster type te vinden.

Meeden betekent madelanden, de weidelanden. In de 15de eeuw is er sprake van Mieden en Avermieden. Avermieden (Overmieden) duidt erop dat er een buurtschap buiten het oorspronkelijke dorp was ontstaan op de pleistocene rug - waarop het huidige dorp nog ligt - als gevolg van vernatting van de bodem en uiteindelijk de doorbraak van de Dollard. Het oude dorp verplaatste zich van Mieden naar Avermieden; zelfs de kerk werd in de tweede helft van de 15de eeuw verplaatst. De toevoeging Aver- werd overbodig toen het oude dorp volledig verdween. Schimpnamen voor de inwoners: Aierleggers, Aierdaiven en Aaierzuikers.

Lit.: J. Molema, 'Van de Mieden, Egeste en Broke. De middeleeuwse nederzettingsgeschiedenis van het zuidwestelijk Wold-Oldambt in kort bestek’, Groninger Kerken 10 (1993) 129-136; S.H. Achterop en H. Spelde, Meeden in oude ansichten (Zaltbommel 1982); H.A. Spelde, Meeden in oude ansichten (Zaltbommel 1975); S.H.

Achterop, P. van der Wal en G.G. Wolthuis, Meeden, geschiedenis van een Gronings dorp (Groningen 1969).

< >