Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Leens

betekenis & definitie

Gron.: Lains.

Dorp in de gemeente De Marne ten O. van Ulrum, tot 1990 behorend tot de gemeente Leens met als overige dorpen Wehe-Den Hoorn (gemeentehuis), Mensingeweer, Warfhuizen, Zuurdijk en Schouwerzijl, de gehuchten Grijssloot, Stort, Douwen, Ewer, Roodehaan, Schouwen, Groot en Klein Maarslag en de streek Kattenburg.

De deels tufstenen, deels bakstenen Petruskerk is een romaanse, geheel overwelfde kruiskerk. Het tufstenen schip dateert uit ca. 1100, dwarspand en koor (gebouwd van tuf- en baksteen) uit begin 13de eeuw. In 1948-1952 gerestaureerd o.l.v. A.R. Wittop Koning en R. Offringa.

De kerk bezit 17de-18de-eeuws meubilair (preekstoel, avondmaalstafel en herenbank met wapens Van Starckenborgh e.a.) en een Hinsz-orgel uit 1734, met snijwerk van Th. van der Haven en C. Struiwig. De toren, een evenbeeld van die in Loppersum, is in 1804 gedeeltelijk gesloopt; de muren aan de oostzijde bleven behouden. In 1863 kwam de huidige toren in de plaats van de 13de-eeuwse zadeldaktoren. De kerktoren was een oriëntatiepunt voor de zeevaart.

Bij Leens ligt de omgrachte borg Verhildersum (14de-18de eeuw; 25 ha), van begin 17de eeuw tot 1822 eigendom van het geslacht Tjarda van Starkenborgh. Deze familie liet in de 17de-18de eeuw de borg tot landhuis verbouwen. In 1953 werd het landgoed aangekocht door de gemeente Leens. Zij heeft het huis gerestaureerd en er het Ommelander Museum voor Landbouw en Ambacht gevestigd; hiertoe behoort ook de boerderij Welgelegen. In 1966 werd het geheel voor het publiek opengesteld. Het omvat o.a. een zolder met bibliotheek en expositie van Groninger dracht, twee boerenschuren op het voorterrein, een koetshuis met wisselende exposities, een baroktuin met beelden van kunstenaar Eddy Roos, een permanente tentoonstelling over de geschiedenis van de provincie Groningen en een fraaie oude oprijlaan die uitkomt op de brug voor het gebouw.

In 1381 Lydenze, afgeleid van Lidenge, Lidingi, aanwoners van een lida (Fries) = waterloop. Dit werd in het Nedersaksisch lede; zo veranderde Ledense via Lens uiteindelijk in Leens.

Schimpnaam voor de inwoners: Boeskoolkoppen.

Lit: A.J. Gierveld, 250 Jaar Hinsz-orgel te Leens (Leens 1983; waarin opgenomen: J.S. van Weerden, De Petruskerk van Leens); W. Mollema en J. Bulthuis, Gemeente Leens; een blik in het verleden (Leens 1982).

< >