Gasthuis, tegenwoordig gelegen aan de Grote Leliestraat, voorheen aan de Pausgang te Groningen. Drie kamers aan de Pausgang werden in 1713 door Lutgerien Hindriks nagelaten aan een willekeurig goed doel.
Willem Cornelis Cremers en zijn vrouw Johanna Cornelia Pathuis kregen de kamers in hun bezit en bestemden het voor ‘drie roomsch-catholieke benoodigde Groninger vrouwen ongehuwd of weduwe’ die er vrije woning en medische hulp zouden krijgen. In 1867 lieten de nakomelingen van W.C. Cremers het gasthuis pas inschrijven in het register der Resolutiën van Burgemeester en Wethouders der gemeente Groningen; daarom wordt 1867 als stichtingsjaar aangehouden. Tot 1922 heeft het gasthuis aan de Pausgang gestaan en huisvestte het vier vrouwen. Het nabijgelegen Mariapension had voor uitbreiding de grond nodig en bood in ruil drie huisjes aan de Grote Leliestraat. Tegenwoordig staan er nog maar twee van de drie huisjes (de nummers 25 en 27).