Aankoop van een huis of ander onroerend goed op een openbare veiling. Degene die het goed veilt, steekt voordat het bieden begint een kleine kaars aan.
Zolang deze kaars brandt mag er geboden worden. Het bod blijft bij degene die ‘bij de uitgang van de brandende kaars’, dat wil zeggen wanneer de kaars uit zichzelf dooft, geboden heeft.