Hoofdkerk van een bisdom, daar waar de cathedra (ambtszetel) van de bisschop staat. Bij de oprichting van het bisdom Groningen in 1559 werd de parochiekerk van St.-Maarten tot kathedraal aangewezen.
Effectief heeft de kerk deze functie maar kort vervuld. Bij de heroprichting van het bisdom in 1956 werd de toenmalige hoofdparochiekerk, de St.-Martinus aan het Broerplein, tot de kathedrale status verheven. De bisschop celebreerde op hoogfeesten en bij bijzondere gebeurtenissen in deze kerk. Maandelijks vond ook een plechtige viering plaats door het kathedraal kapittel (bisschoppelijk adviescollege, bestaande uit negen geestelijken uit het bisdom). De parochiefuncties vonden doorgang onder leiding van de plebaan. In 1962 werd het interieur van de neogotische kerk geheel gemoderniseerd onder leiding van architect Herman van Wissen en op advies van de Nijmeegse hoogleraar kunstgeschiedenis F.G.L. van der Meer.
Het nieuwe ‘bisschopsaltaar’ kwam aan de voorzijde van het koor te staan. In de koorsluiting werden de cathedra en de kapittelbanken opgesteld. Na de fusie van de binnenstadparochies in 1970 volgde sluiting van de St.-Martinuskerk. Zij werd afgebroken in 1982 ten gunste van de nieuwe Universiteitsbibliotheek. In 1980 werd de kathedrale status officieel overgedragen op de parochiekerk van St.-Jozef aan de Radesingel. Bij de interieurrestauratie van 1998-1999 is de inrichting van deze kerk aangepast aan de kathedrale functies.