Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Kartonindustrie

betekenis & definitie

Een typisch Groninger tak van nijverheid. Er werd gestart met de fabricage van strokarton, dat hoofdzakelijk gebruikt werd voor het maken van goedkoop verpakkingsmateriaal.

In 1869 werd de eerste Groninger strokartonfabriek Hooites Beukema in Hoogezand gebouwd. Hierna volgden fabrieken te Nieuweschans (1870), Ulrum (1873), ‘De Aastroom’ te Oude Pekela (1875) en Scholtens Carton- en Papierfabriek te Sappemeer (1879). Oude Pekela werd het centrum met fabrieken als ‘Union’ (1883), ‘Albion’ (1888), ‘Erica’ (1889), ‘Wilhelmina’ {1896), ‘Ceres’ (1898), ‘De Kroon’ (1901), ‘E. Free en Co.' (1904) en ‘Brittannia’ (1913).

Na het particulier initiatief volgden de coöperaties: 'De Toekomst’ (Scheemda, 1899), ‘De Vrijheid’ (Veendam, 1904), ‘Eendracht’ (Appingedam, 1909), ‘Ons Belang’ (Stadskanaal, 1910), ‘Reiderland’ (Winschoten, 1914) en ‘De Halm’ (Hoogkerk, 1914).

In 1914 waren er in Groningen 22 strokartonfabrieken waarvan er acht coöperatief waren. De laatstgenoemde waren de grootste. Economische malaise had een grote staking in 1931/1932 tot gevolg; twee derde van de fabrieken werd stilgelegd. Daarna draaide deze industrie niet meer op volle capaciteit. Het gevolg was een felle concurrentie en sluiting van verschillende fabrieken. In de vooroorlogse jaren werkten ca. 2.500 mensen in de strokartonindustrie.

Gezamenlijk onderzoek naar nieuwe kartonsoorten en intensieve samenwerking tussen verschillende fabrieken mislukte. Dit leidde tot verdere versukkeling. In de jaren ’70 vond een herstructurering plaats. Karton werd vrijwel niet meer uit stro, maar uit oud papier gemaakt. Dit is goedkoper en milieuvriendelijker. Daarnaast verdrong plastic karton als verpakkingsmateriaal.

Het gevolg was een overcapaciteit. Daarbij kwam ook nog een felle concurrentie. De Begeleidingscommissie Massiefkarton Industrie (BMI) kwam in 1978 met de aanbeveling de capaciteit fors terug te brengen en bedrijven te fuseren. De negentien Groninger bedrijven kwamen daarna in handen van twee kartonreuzen: KNP en Bührmann-Tetterode. Dit leidde tot bedrijfssluitingen en het afvloeien van 800 van de 3.000 arbeidsplaatsen. In het plan van BMI paste ook de bouw van een nieuwe fabriek OKTO te Winschoten. Dit liep op een mislukking uit.

In 1976 brandde ‘De Eendracht’ te Appingedam af; daarmee verdween de laatste verwerker van stro voor karton. Wel werd deze fabriek herbouwd.

De huidige zes kartonfabrieken ‘De Eendracht’ (Appingedam), ‘Smurfit De Halm’ (Hoogkerk), ‘Kappa’ (Hoogezand, Nieuweschans, Oude Pekela, Sappemeer) verwerken oud papier tot karton.

[Durksz]

Lit: H.J. Keuning, De Groninger Veenkoloniën, een sociaalgeografische studie (Amsterdam 1933: herdruk Groningen 1989); H.J. Keuning. ‘De landbouw in de Veenkoloniën’, in: Z.W. Sneller (red.). Geschiedenis van den Nederlandschen landbouw 1795-1940 (Groningen en Batavia 1943) 362-384: T. van Dijk e.a., Uut stro zet. Honderd jaar strokarton in de Groninger Veenkoloniën (Veendam 1985).

< >