Broederschap. Oorspronkelijk een vergadering van geestelijken van een dekenaat (proostdij) of aartsdiaconaat die op de eerste dag van de maand, de Kalendae, bijeenkwamen voor een gemeenschappelijke mis, het bespreken van elkaars levenswandel en een maaltijd.
Groningen kende kalendebroederschappen in de stad Groningen (1318), Usquert (1477), Baflo (1481) en de Marne (1563). De statuten van de Groninger kalendebroederschap met ledenlijsten en een overzicht van de inkomsten zijn bewaard gebleven; zij hielden jaarlijks een gezamenlijke maaltijd. De leden konden geestelijken en leken zijn, de laatsten van beide seksen. Voor de leden werd bij hun overlijden een memoriedienst gehouden.