Groninger familie; de bierbrouwer Claes Jullens (1653-1692) was gezworene. Zijn nageslacht drong niet tot het raadscircuit door.
In de tweede helft van de 18de eeuw was de familie patriottisch gezind, bijvoorbeeld de zonen van de secretaris van de Provinciale Rekenkamer, Antonius Jullens. Cornelis Hendrik Tjaden Jullens (1748-1824) was jurist, werd advocaat en geconstitueerd redger, gezworene (1779), na 1795 lid van de Provinciale, in 1803 van de Nationale Rekenkamer. Hij was eigenaar van het Huis te Glimmen. Zijn broer Warmolt Wolter Jullens (1753-1819) was eveneens jurist en geconstitueerd redger. Vanaf 1795 zat hij in het stadsbestuur, was hij later maire en (president-) burgemeester (1813) en lid van Provinciale Staten.Lit.: P.J. van Winter, De lijsten der hoogstaangeslagenen in het departement van de Westereems II ('s-Gravenhage 1955).