Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Jansen, fredericus wilhelmus antonius

betekenis & definitie

(Zwolle 1806 - Groningen 1884)

Pastoor van de Martinusparochie en deken van Groningen/Assen. Priesterwijding in 1829. Jansen kwam in 1844 naar Groningen als pastoor van de Martinuskerk aan de Broerstraat, waarin in 1836 de opgeheven staties waren samengevoegd. Na het herstel van de katholieke hiërarchie in Nederland werd hij in 1853 deken. Jansen heeft veel gedaan voor de opbouw van katholieke instellingen en het katholieke onderwijs. In 1847 was hij de oprichter van het Mariapension aan de Butjesstraat.

Onder zijn bestuur kwam er katholiek onderwijs tot stand, aan de Schoolholm (1873), onder leiding van de Zuster van O.L.V. van Amersfoort en de jezuïeten. In 1872 stichtte hij de katholieke begraafplaats aan de Verlengde Hereweg, waar in 1879 ter gelegenheid van zijn vijftigjarig priesterjubileum een kapel werd gebouwd.

Lit.: L.J. van der Meijden, Geschiedenis van katholiek Groningen (Groningen 1936); E.O. van der Werff, ‘De rooms-katholieke parochies in Groningen in de negentiende en twintigste eeuw’ in: Van Halsema, Geloven in Groningen, 232-248.

< >