((Sex)bierum ? - Utrecht 1150)
Bisschop van Utrecht. Trachtte zijn wereldlijke macht in het noordelijke deel van zijn bisdom te versterken door zijn broers daar op strategische plaatsen grote macht te verlenen (na 1141). De jongste, Ludolf, kreeg het burggraafschap van Coevorden en het schoutambt van Drenthe; zijn opvolgers verzelfstandigden hun positie totdat zij zich ca. 1400 moesten terugtrekken door het optreden van bisschop Frederik van Blankenheim. De oudste, Lefferd, werd prefect van Groningen; zijn erfgenamen kwamen in conflict met een partij (van kooplieden) die grotere invloed op het stadsbestuur wilde hebben (Gelkingen); tegen hen moesten zij het in het midden van de 14de eeuw afleggen.
Lit.: H. van Rij (red.), Een verhaal over Groningen, Drente Coevorden en allerlei andere zaken onder verschillende Utrechtse bisschoppen. Middeleeuwse studies en bronnen I (Hilversum 1989).