(’s-Gravenhage 1919 - Oegstgeest 1983)
Leraar Nederlands, schrijver, dichter, volkskundige. Hij studeerde Nederlands in Leiden, Groningen en Nijmegen. Promoveerde op Volk en dichterschap (1950), over de verhouding tussen anonieme overleveringen en geautoriseerde teksten. Hij verzamelde Groninger liederen en Volksverhalen, en was redacteur van Dörp en stad. Auteur van o.a. Stem van het Noorden (1949), De vogel Gigengack (1961), Smeulend vuur. Groninger volksverhalen (1974), Volksverhalen uit Groningen (1979).
Lit.: W. de Blécourt, ‘Het Groninger veldwerk van Tjaard W.R. de Haan’, Driemaandelijkse Bladen 37 (1985) 95117.