(Makkum 1905 - Groningen 1973)
Theologisch student in Amsterdam, vervolgens doopsgezind predikant in West-Terschelling (1930), Balk (1933), Steenwijk/Meppel (1942) en Groningen (1949-1970, emeritaat), en ten slotte consulent van de oecumenische ‘Hut’-gemeente te Emmen en van de gemeente Stadskanaal (1970-1973). Hij zette in Groningen het studentenwerk in oecumenische geest op en werd voorzitter van de Groninger Oecumenische Raad (later Raad van Kerken).
Lit: Doopsgezind Jaarboekje 1974, 10 v.v.; H. Dassel, Menno’s Volk in Groningen (Groningen 1952) 99 v.v.