(Usquert 1863 - Zuidwolde 1940)
Vanaf 1887 herbergier te Noordwolde, daarnaast vanaf ca. 1895 handel in harmoniums, bouw en reparatie van kerkorgels en piano’s tot ongeveer 1920. Zijn werkterrein lag grotendeels in de provincie Groningen: oudste instrument te Adorp (voormalige hervormde kerk, 1899), daarnaast instrumenten (bijna alle eenklaviers) onder andere te Middelstum, gereformeerde kerk (1901), Ten Boer, gereformeerde kerk (1907), Aduard, hervormde kerk (1908) en Garrelsweer, gereformeerde kerk (1913), de meeste met karakteristieke ‘neobarokke’ fronten naar voorbeeld van dat te Noordwolde. Onderdelen van het binnenwerk werden betrokken bij Duitse toeleveringsbedrijven.
Lit.: S. Tuinstra, ‘Marten Eertman, orgelmaker op de grens tussen kunst en kitsch’, Groninger kerken 13 (1996) 52-54; J. Brouwer, ‘De orgelmaker Marten Eertman, een vervolg’, Groninger kerken 14 (1997) 15-17.
