Groot scheepvaartkanaal met een lengte van 26,5 km en een breedte van 60 m tussen Groningen en Delfzijl. Toegestane diepgang 4,50 m.
Bij de aanleg ervan (1866-1876) kreeg men bij veenlagen te maken met zgn. afschuivingen. Daardoor werd het kanaal breder en dieper dan oorspronkelijk gepland. In 1963 is het nogmaals verbreed. Daar de zeevaart via het Reitdiep door afslibbing afnam, was bij het besluit tot aanleg van het Eemskanaal voor Groningen-stad een achterliggende gedachte: het behoud van de zeehavenfunctie.De oude sluis in Delfzijl (60 x 9 m) diende naast schutsluis ook als afwateringssluis voor de afvoer van het overtollige water van een groot deel van de provincie. Schepen met een grotere lengte dan de schutkolk konden slechts ‘met gelijk water’ passeren. Bij afgaand tij werden daartoe de binnen- en buitendeuren tegelijk geopend. Zo konden de wat grotere schepen zonder te schutten de sluis passeren. In 1958 werd een nieuwe zeesluis gebouwd (bij eb 116 x 16 m; bij vloed 140 x 16 m). Ook werd de scheepvaart via een nieuwe zijtak buiten Delfzijl omgeleid en werd de Oosterhornhaven gegraven.
Hiermee ontstond tevens ruimte voor watergebonden industriële bedrijven. De oude sluis bleef de functie van afwateringssluis behouden. Intussen confronteert de bodemdaling als gevolg van de aardgaswinning de afwatering met nieuwe problemen. Dit leidde in 1998 tot het plan om de afwatering via het Eemskanaal door een nieuw te bouwen gemaal in Termunterzijl te regelen. De Oosterhornhaven moet daartoe via een kanaalverbinding worden verlengd tot Termunterzijl. Ook kan dan de steeds in omvang toenemende pleziervaart via dit kanaal en via het sluisje in Termunterzijl de Eems bereiken. Intussen is dit plan in uitvoering genomen.
Al vrij snel na het gereedkomen van de nieuwe zeesluis in 1958 bleek deze al weer te klein. Dit als gevolg van het groter worden van de schepen. In de binnenvaart ontwikkelde zich in vrij snel tempo de duwvaart.
Het Eemskanaal vormt ook de vaarroute voor het afvoeren van de nieuwe, onder meer aan het Winschoterdiep gebouwde zeeschepen. Vooral de breedte van de kunstwerken zorgt bij deze transporten voor problemen. Een aantal bedrijven onderzoekt (1999) de mogelijkheid alleen secties van schepen te bouwen en deze dan in de Eemshaven te assembleren.
[Van der Veen].