Verdrag tussen Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland, gesloten op 8 april 1960 m.b.t. de rijksgrens tussen beide landen in de Dollard en de monding van de Eems. Het geschil werd bij dit verdrag niet definitief geregeld.
Volgens Nederland loopt de rijksgrens midden door de Eems, volgens Duitsland pal onder de Nederlandse kust; daarnaast is Duitsland tegen inpoldering van de Dollard. Het verdrag behelst in feite een regeling voor de verbinding van Delfzijl en de Eemshaven met de zee en bepalingen m.b.t. waterbouw, bakens, grensbewaking, politie, douane, loodsen, visserij en jacht, alsmede financiële regelingen. Werken m.b.t. landaanwinning en bedijking in de Dollard vereisen goedkeuring van beide landen, uitgezonderd 1.000 ha ten gunste van Nederland. In 1962 werd het verdrag aangevuld met een overeenkomst over opsporing en winning van bodemschatten in dit gebied. Een speciale Nederlands-Duitse Eemscommissie is in het leven geroepen om overleg te plegen over technische vraagstukken op waterstaatkundig terrein en scheepvaartgebied; zij doet daarover aanbevelingen aan de twee betreffende regeringen.Lit.: G.J. Tanja, Schaduwkanten van het Eems-Dollard Verdrag (z.p. 1987); Samenwerkingsverdrag Eems-Dollard (z.p. 1986).