(Giessendam 1785 - Onderdendam 1861)
Heeft carrière gemaakt in de waterstaatsdienst, beginnend in Zeeland, en daarna in het departement en de provincie Groningen. Vanaf 1821 was hij opzichter bij het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest, vanaf ca. 1831 ook bij de andere zijlvesten in het Hunsingokwartier. Als technisch deskundige was hij betrokken bij alle (plannen tot) inpolderingen langs de noordkust. Met R.J. Roelofs was hij opsteller van een ‘rapport omtrent de inpoldering van den Dollard’ van september 1846. Dusseldorp was een all-round vakman; Hij werd in 1843 begiftigd met een vanwege de minister van Binnenlandse Zaken uitgereikt exemplaar van de Tafels ten gebruike van ingenieurs en constructeurs.
Samen met A.J. van Roijen was hij betrokken bij de oprichting van het waterschap Hunsingo, waarvan hij tot zijn dood de eerste opzichter is geweest. Van 1824 tot 1861 was hij ontvanger van de gemeente Bedum.